17 januari 2017

Internationaal recht

De gemeenteraad van Amsterdam heeft vergaderd over een voorstel van het college van B en W om de bouw van woningen door Joden in Buitenveldert te verbieden.

Deze opmerkelijke stap van de betrokken wethouder deed politici van een paar fracties de wenkbrauwen fronsen. 'Zoals bekend is er een groot woningtekort in de hoofdstad en alle beetjes helpen om die te bestrijden,' meende een lokale makelaar die sinds kort raadslid was.

Het college bracht daartegenin dat Joden volgens internationaal recht nou eenmaal niet overal mogen wonen, en Amsterdam wil, na advies te hebben ingewonnen bij een Nijmeegse jurist, bovenal de rechtsorde in ere houden.

'Het recht is een groot goed,' aldus de sociaaldemocratische burgemeester, 'daar moeten we zuinig op zijn. Het is niet verstandig om er omwille van een kleine groep mensen afbreuk aan te doen. Joden verminderen met hun bouwactiviteit de leefbaarheid van de wijk en daar zitten bijvoorbeeld de migranten, die de gemeente onderdak wil verlenen, niet op te wachten.'

Om bovendien de kansen van starters op de woningmarkt in Zuid te vergroten, wil het gemeentebestuur er bij Joden die al in Buitenveldert wonen, op aandringen elders binnen de gemeente woonruimte te zoeken. 'Mocht dat niet voldoende resultaat opleveren, dan is het misschien een idee een apart reinigingstarief in te voeren voor Joden die te veel woningen bezet houden,' suggereerde een gemeenteraadslid van de Milieupartij. Een fractiegenoot opperde de invoering van een verplichting voor Joden in Buitenveldert om een groene sticker op hun fiets te plakken, waaruit blijkt waar ze wonen. Voor Joodse winkeliers zou volgens hem bovendien een verbod moeten gelden om producten te leveren aan klanten van buiten de wijk.

Het commentaar van een columnist dat Joden zo wel erg gediscrimineerd werden, wees de burgemeester verontwaardigd van de hand: 'Na constructief overleg met het Joodse overlegorgaan Gans Anders, is besloten het bouwverbod en de nadere regelgeving alleen te laten gelden voor het meest zuidelijke deel van de stad. Zo zal er voorlopig geen sprake zijn van een bouwstop voor Joden in de meeste andere wijken.'

Op een buurtbijeenkomst vroeg een marktkoopman of negers nog wel mochten bouwen. 'Voor Afrikaanse Nederlanders blijft alles zoals het was,' antwoordde de burgemeester. 'Hetzelfde geldt voor Lgbt'ers. Het verbod geldt alleen voor Joden.' Een schrandere middelbare scholier wilde weten of kernwapens ook verboden zijn volgens internationaal recht. Dat was niet het geval, meende de burgemeester. Waarop de jongen vroeg waarom kernbommen wel gebouwd mochten worden en huizen niet. Geïrriteerd gaf de burgemeester het woord aan een andere bewoner. Die deed een oproep om Joden uit de hele stad te verwijderen. Dat vond de burgemeester weliswaar te ver gaan, maar hij onthield zich van commentaar, ten einde deze verontruste burger niet voor het hoofd te stoten. Een oud vrouwtje dat de holocaust overleefd had, vertelde dat ze het bouwverbod racistisch vond. 'Dat kan niet,' wierp de burgemeester tegen, 'een beslissing van rechters kan niet racistisch zijn.' Hij bedankte de aanwezigen daarop voor hun belangstelling en sloot de vergadering.

'Wij zijn blij met de soepele opstelling van B en W in de rest van de stad,' deelde een woordvoerder van de alternatieve Joodse vereniging buiten aan journalisten mee. 'Wij erkennen dat sommige Joden in Buitenveldert wel eens voor overlast hebben gezorgd. Wij prijzen ons gelukkig dat de gevolgen van deze betreurenswaardige incidenten beperkt blijven.'

Om hun dankbaarheid te onderstrepen, lieten de leden later dat jaar aan de rand van de wijk een in somberrode baksteen uitgevoerd kunstwerk plaatsen, gesierd met het sympathieke opschrift: 'Als eerbetoon voor onze tolerante stad.'

________________________________________________________________________________________
Disclaimer: this story is highly fictional and should not be confused with a struggle over any patch of land in the Middle East, or for that matter in any other part of the civilised world.