15 april 2017

Aap



Is aap een scheldwoord? Is het beledigend? En is dat strafbaar?

De voorzitter van het electoraal mislukte GeenPeil ging op Twitter helemaal los in een scheldpartij over president Trump. Aap was daarbij zijn favoriete woord. Hij vond benoemen belangrijk.

Afgezien van het punt waarom iemand er behoefte aan heeft zich zo uit te laten, speelt nog het strafrechtelijke aspect. Als iemand Obama uitscheldt voor aap, wordt hij dan vervolgd? Er even van uitgaande dat de intentie is om te schofferen. Of Sylvana Simons? Kun je een blanke uitschelden voor aap, en mag dat wel? In de eerste gevallen zou het argument kunnen zijn dat de belediging van racistische aard is, en om die reden strafbaar. Dan zou hetzelfde woord in het ene geval dus wel en in het andere geval niet door de beugel kunnen.

Aan de andere kant, een blanke die wordt uitgescholden voor aap, zal dat niet prettig vinden. Zou hij een gerechtshof zo ver kunnen krijgen vervolging in te laten stellen, als het OM dat uit zichzelf niet geneigd is te doen?

Wat is beledigen een ingewikkelde juridische kwestie geworden. Ik wed dat daar veertig jaar geleden nauwelijks rechtszaken over gevoerd zijn, en nu is het thema om de haverklap aan de orde. Ik weet niet of dat vooruitgang is. Zijn we een stuk gevoeliger geworden? Of wordt de vrijheid systematisch ingeperkt? Vroeger was het duidelijk: je mocht God en het koningshuis niet beledigen. Inmiddels heeft het parlement het eerste verbod geschrapt, en justitie trok aan het kortste eind toen ze een belediger van de koning voor de rechter sleepte.

Foto


Zelf vind ik schelden niet kunnen en getuigen van slechte smaak en een gebrek aan argumentatie. Ik schrok daarom erg toen ik vorig jaar voor het eerst in het gezicht van Michelle Obama aapachtige trekken zag. Lag dat aan mij - ik had net daarvoor gelezen dat ze uitgescholden was - of enkel aan haar anatomie en de belichting? Ze is een intelligente vrouw en ik had met haar te doen. Nou stamt de mens van apen af en zijn we genetisch voor 99% identiek aan chimpansees, en is het dus niet vreemd dat daar sporen van zichtbaar blijven. Maar aan de andere kant was die vergelijking verboden verklaard, vanwege het misbruik dat sommige lieden daarvan hadden gemaakt. Dus ik wist me geen raad met mijn observatie. Is een taboe op kwetsen ook een taboe op waarnemen geworden? Of kan men zijn ogen niet meer geloven?

En zo ben ik weer terug bij het onderwerp van de politieke correctheid in een eerdere column. De vrees dat iemand zich gekwetst voelt, is aanvankelijk voor machthebbers een reden voor taboeïsering. Maar gaandeweg komt men er niet meer uit wat nou wel en wat nou niet over de schreef is, en blijven normen en absolute waarheden daardoor telkens verschuiven.

Kan een rechter nog motiveren waarom een woord beledigend is en ook uitleggen waarom dat soms wel en soms niet strafbaar is? De burger blijft achter in verwarring: met het kwetsen van gevoelens kun je strafrechtelijk eigenlijk geen kant op.

8 april 2017

Wat er mis is met de cultuur van het globalisme


Je kunt op twee manieren naar de wereld kijken: horizontaal of verticaal.

Globalisten - liberalen in Europa en liberals in Amerika - denken horizontaal. Ze kijken naar de relatie tussen de ene massa en de andere. Die tussen Nederlanders en Duitsers, of Afrikanen, of moslims. De ideologie is dat alle mensen gelijk zijn. Ze worden bovendien niet zozeer gezien als individu maar als behorend tot een groep. Onderscheid maken tussen verschillende groepen mensen is in hun ogen uiteindelijk niet meer dan discriminatie en racisme. Vanwege dit gelijkheidsideaal zijn globalisten voortdurend bezig met kenmerken van mensen - hun ras, geloof, geslacht en seksuele geaardheid - om er op te letten dat de meerderheid zich gepast gedraagt ten opzichte van de minderheden. Ze denken dat de wereld van al deze controle en het ermee gepaard gaande moralisme, beter wordt. Horizontalisme is in wezen collectivistisch, zoals islam en communisme dat ook zijn.

Daartegenover staat de verticale kijk op de wereld: die houdt in dat je aan de ene kant de massa hebt, en aan de andere kant de bestuurders - de mensen die de beslissingen nemen in de samenleving. Wil een land goed kunnen functioneren, dan moet de bestuurslaag weten wat er leeft onder de bevolking, en proberen de wensen van de massa te vervullen. Als deze verticale relatie niet goed is, ontstaat er maatschappelijke onvrede. De massa vraagt zich niet zozeer af: 'hoe moet ik zijn, hoe denk ik over blank/zwart of over homo/hetero', maar: 'wat wil ik, waar heb ik behoefte aan'. Tegenover het normatieve kader van de horizontale bestuurders, stellen gewone mensen individualisme. Voor het individu is vrijheid het allerbelangrijkste - zelf zoveel mogelijk beslissen in je eigen leven - en niet de vraag: voldoe ik wel aan allerlei al dan niet arbitraire ethische eisen.

Botsing


De twee visies van het horizontalisme en verticalisme botsen met elkaar. De burger die zichzelf vooral als consument beschouwt, ziet zijn identiteit bevestigd worden door het bedrijfsleven: de bestuurders van supermarkten en webwinkels zijn voortdurend bezig het de klant zoveel mogelijk naar de zin te maken. Communicatie tussen top en bottom verloopt efficiënt en tot tevredenheid van alle betrokkenen.

Dit marktmodel is nog niet doorgedrongen tot het politieke domein, waardoor de burger telkens met de frustratie geconfronteerd wordt, dat zijn mening er kennelijk weinig toe doet en die van de ngo's des te meer. De overheid die hem geregeld betuttelend toespreekt, spant zich niet in om de Nederlander zoveel mogelijk keuzevrijheid te geven. De bestuurslaag is vooral ideologisch ingesteld, zonder naar de wensen van de bevolking te vragen.

De meeste mensen hebben liever een EEG dan een EU, de bestuurselite gaat de andere kant op. Een meerderheid onder de bevolking wil goede ouderenzorg, de politieke top sluit bejaardentehuizen. Burgers willen een veel grotere pakkans voor criminelen, de justitiële top slaagt er niet in dat voor elkaar te krijgen. Een meerderheid wil een restrictiever immigratiebeleid, invloedrijke partijen zijn voor open grenzen.

De globalisten die zien dat hun politiek schuurt, proberen allerlei redenen te verzinnen om hun vastlopende beleid goed te praten. Populisme, nationalisme en xenofobie worden als zondebokken opgevoerd, om hun falen te verhullen. De enige manier om de culturele harmonie te herstellen in de samenleving, is terug te keren tot haar fundament: de democratie. Alleen het 'one man, one vote'-principe kan de consensus herstellen, die een paar decennia geleden nog vanzelfsprekend was in Nederland.