7 november 2020

Nieuwsuur hangt vuile linkse was niet buiten

De oneerlijkheid van modern links werd onbedoeld weer eens breed uitgemeten in een item van Nieuwsuur zaterdag. In een misleidende uitzending werden de dramatische gevolgen van de door het tweede kabinet Rutte ingevoerde participatiewet belicht, zonder een woord vuil te maken aan de veroorzakers van de beschreven ellende.

Het behoort tot de normale journalistiek om de ontstaansgeschiedenis van een maatschappelijk probleem te schetsen, naast het geven van een beschrijving ervan en een opsomming van mogelijke oplossingen. Nieuwsuur sloeg die eerste fase over, en besloot de vuile progressieve was niet buiten te hangen. De blunders van PvdA en FNV bij de totstandkoming van de participatiewet werden geheel verzwegen, en in plaats daarvan mochten representanten van die organisaties uitvoerig toelichten welke mooie politieke ideeën ze erop nahielden.

Iedereen die ertoe deed bij de totstandkoming van dit betreurenswaardige stuk wetgeving werd uit de wind gehouden. Drie linkse mannen die ervoor verantwoordelijk waren werden gespaard en drie linkse vrouwen mochten de huidige vooruitstrevende wensen voor het voetlicht brengen.

De PvdA was acht jaar geleden bezeten van het idee dat 'de economie gered' moest worden, een overtuiging die tot op de dag van vandaag nog gehuldigd wordt door de huidige politiek leider van die partij – in werkelijkheid was er enkel sprake van onrealistische en destructieve eisen van de EU met betrekking tot de omvang van het begrotingstekort.

De sociaaldemocraten committeerden zich volledig aan de bezuinigingsdrift die eruit voortvloeide, die voor onnodige sociale en economische schade heeft gezorgd en de PvdA de grootste verkiezingsnederlaag in de parlementaire geschiedenis heeft opgeleverd. Die overigens geen persoonlijke gevolgen heeft gehad voor de hoofdrolspelers in dit drama en door de partij niet verwerkt maar onder het tapijt geveegd is.

 


Bij de formatie van Rutte II had de PvdA nog een – voor haar achterban – redelijk ogend regeerakkoord weten af te sluiten, maar een groot deel ervan verdween in het voorjaar van 2013 al gauw in de prullenbak, tijdens de totstandkoming van een sociaal akkoord. PvdA-fractieleider Samsom, minister van Sociale Zaken Asscher en FNV-voorzitter Heerts zetten daarin een punt achter decennia sociale politiek van links Nederland. Wetgeving die nog was ingevoerd door het kabinet Den Uyl werd door de moderne socialisten bij het grofvuil gezet. De meest kwetsbare groep op de arbeidsmarkt, jongeren met een handicap, verloren massaal hun recht op sociale voorzieningen en aangepaste arbeidsplaatsen.

Dat alles leverde de schatkist ruim een miljard euro op, en dat was het doorslaggevende motief van de onderhandelaars. Van vele kanten werd door deskundigen gewaarschuwd voor de sociale en financiële problemen die het gevolg zouden zijn van de gemaakte afspraken, de Kamerfractie van de PvdA heeft zich nergens wat van aangetrokken en als braaf stemvee de draconische participatiewet, waarin de bezuinigingen uitmondden, aan een meerderheid geholpen.



Staatssecretaris Jetta Klijnsma was bereid haar sociale reputatie te grabbel te gooien en het wangedrocht door het parlement te loodsen. Daarvoor is ze beloond met het commissarisschap van de provincie Drenthe. Heerts kreeg na een tenenkrommend betoog tijdens een hoorzitting in de Tweede Kamer een burgemeesterspost in de schoot geworpen en Samsom geniet van een vorstelijk salaris in Brussel. De falende Asscher mag opnieuw de kar trekken bij de volgende Kamerverkiezingen.

De programmamakers weten van de hoed en de rand, ze zijn tot in detail op de hoogte van de geschiedenis van de afschaffing van de voor veel jonggehandicapten noodzakelijke sociale zekerheid. Ze hebben geen poging gedaan om professionele journalistiek te bedrijven maar de politieke beslissing genomen om PvdA en FNV te ontzien. Dat het moreel bedenkelijk is om je kijkers nogal relevante informatie te onthouden, is daarbij kennelijk geen overweging geweest.

Terwijl de hele voorgeschiedenis werd overgeslagen in Nieuwsuur, was er wel uitgebreid aandacht voor een oud-Kamerlid van de PvdA, dat tijdens Rutte II helemaal geen probleem had gehad met het stemgedrag van de fractie, een belangenbehartiger van gehandicapten die onweersproken de goede bedoelingen mocht benadrukken van de veroorzakers van het sociale leed, en een kandidaat-voorzitter van de FNV, die eerder nog bezwaar had gemaakt tegen zendtijd voor een rechtse opiniemaker en die al maanden bezig is een zo progressief mogelijk profiel op te bouwen maar daarbij weigert het voor de vakbeweging beschamende sociaal akkoord van 2013 te veroordelen en daarvoor excuses aan te bieden.

 


De drie dames mochten de gevolgen van het hardvochtige beleid van PvdA en FNV betreuren, maar man en paard dienden daarbij vanwege misplaatste loyaliteit niet genoemd te worden. Zo heeft de redactie van Nieuwsuur dat zorgvuldig geregisseerd – volgens hetzelfde stramien toont de NOS steevast vredelievende moslims na een islamitische terroristische aanslag.

De kijker dient een positief beeld te houden van links en zijn idealen, linkse bestuurders worden niet ter discussie gesteld. Dat is een vorm van verdoezelen die in dit geval beledigend is voor de slachtoffers van de participatiewet die zonder inkomen en zonder toekomstperspectief thuis op de bank zitten. Het bevestigt het beeld dat functionarissen in de politiek belangrijker zijn dan beleid, dat linkse idealen eerder tot doel hebben hoogopgeleiden aan lucratieve banen te helpen dan de belangen van gewone mensen met een zwakke sociale positie te behartigen.



Een korte versie van dit artikel verscheen op 5 november 2020 op Ongehoord Nederland.