20 mei 2017

De haat van de media



De mainstream media zijn in de greep van een obsessie: die verschrikkelijke man in het Witte Huis moet kapot. Wat hij misdaan heeft ontgaat de neutrale toeschouwer, maar het is in elk geval erg. Heel erg. Zo erg als Nixon en Clinton.

Wat was er mis met Nixon? Hij had de wet overtreden. Dat mag niet, ook niet als je president bent. Daar trok hij zich niks van aan en daarom moest hij het veld ruimen.

En Clinton? Die had in the Oval Office een blow job gekregen van een jonge stagiaire. Niet erg netjes, maar ja, Democraat, dus het werd hem niet al te euvel geduid door de liberale pers. Net zomin als zijn justitiebeleid dat tot een explosie had geleid van het aantal zwarte Amerikanen dat in de gevangenis opgesloten werd volgens het bizarre adagium three strikes and you're out.

Bij de Democratische president John Kennedy liepen de ongehuwde vrouwen destijds in en uit. Het was geregeld een drukte van belang in het zwembad van het Witte Huis. Dat hoefde niet gelekt te worden, want de journalisten wisten er alles van. En hielden hun mond dicht. Openbaarheid moet politiek wel gelegen komen.

 

Innocent


Zwak element in de huidige hysterie van de media: van Donald Trump zijn geen misdrijven bekend. Dat hij heel andere opvattingen heeft over sociaal wenselijk gedrag, was al breed uitgemeten voor de presidentsverkiezingen, en die weerhielden het Amerikaanse volk er niet van hem hun stem te geven. Integendeel: zijn afkeer van politieke correctheid wordt door tientallen miljoenen Amerikanen als bevrijdend ervaren.

Koortsachtig zoeken nepjournalisten daarom naar nieuwe munitie. Dankzij criminelen in de omgeving van Trump, lekt er nogal eens wat uit. Als de daders daarvan gepakt worden hangt ze een celstraf boven het hoofd. De media hebben geen probleem met al deze wetsovertredingen. Er wordt nu gepoogd de Amerikaanse president weg te zetten als een kompaan van Moskou. Dat klinkt erg ongeloofwaardig, maar het publiek heeft wel vreemdere zaken voor zoete koek geslikt. Vooruit, een Godwin: Goebbels slaagde erin de Duitse bevolking hele rare dingen te laten denken. Veel mensen zijn te aardig om kritisch te kunnen denken en laten zich helaas makkelijk door propaganda manipuleren.

Het roept de vraag op waarom westerse journalisten zo massaal in de fout gaan. Qua aanzien bungelen ze al ergens onderaan op de maatschappelijke ladder, samen met politici, waarom dit riskante spel?

Verlies


Op basisscholen zijn ze berucht: jongetjes die een conflict hebben verloren en dan gaan pesten. Dat is wat de media nu aan het doen zijn. Kinderen die hun nederlagen niet verwerkt hebben, slaan aan het treiteren. Het is kinnesinne. Ze hebben hun pijn niet opgelost maar omgezet in haat. Ze gunnen de winnaar zijn succes niet. En Trump heeft kolossaal veel succes. Hij scoort met alles wat hij aanpakt. Terwijl hij helemaal niet deugt! Volgens het journaille dan. Onverteerbaar. Moet stuk.

Het is het klassieke antwoord van de mens die zijn lot niet weet te hanteren: hij wil wraak. Verdriet wordt niet geuit maar omgezet in agressie. Deze mensen hebben hulp nodig. Met heel veel begrip. En dan breken ze meestal en barsten ze in tranen uit. Het werkt bevrijdend om je pijn eindelijk te voelen en te verwerken.

Komt u een verslaafde Trump-basher tegen? Wees vriendelijk, geef hem alle ruimte om zijn gevoelens te uiten. De smadelijke nederlaag in november van de zich superieur wanende maar corrupte Hillary is voor menig journalist een schokkende en krenkende gebeurtenis geweest. Praat erover, probeer hem behoedzaam de pijnlijke realiteit te laten zien: zelfs de meerderheid van de blanke vrouwen in Amerika moest haar niet. En neem de tijd: het loslaten van illusies kan wel een hele presidentiële ambtstermijn in beslag nemen.

Maar dan gloort er hoop: u zult zien dat de verslaggever over ruim drie jaar al een stuk beter uit de voeten zal kunnen met de herverkiezing van president Trump.

12 mei 2017

Niet oké


Wie heeft dat rare woord oké bedacht, als reactie op informatie die iemand geeft?

Ben je nog weggeweest?
- Nee, ik had een lekke band.

Oké!
- Nou nee, dat was helemaal niet oké, ik moest een heel stuk lopen, terwijl ik last heb van mijn knie.

Oké!
- Echt niet, dat doet hartstikke zeer, als ik hem te veel belast.

Oké!
- Nou moet je ophouden, anders gaat onze relatie er echt onder lijden.

Oké!
- Oké, eruit jij, ik wil je hier niet meer zien!

10 mei 2017

Het moeizame namenmonument



Het moest er komen, het eerbetoon voor de levens die beëindigd werden door de holocaust. De slachtoffers hebben er recht op: als zo'n lot je treft moet je herinnerd worden. Maar het is niet gelukt een vorm te vinden waar iedereen happy mee is.

Het ergste is de locatie: pal aan een drukke, smerige weg. Gedenken moet je doen in een stil, schoon, mooi, groen park. Waar je mussen hoort tsjilpen, waar je alleen kunt zijn met je gedachten. In de lawaaierige Weesperstraat razen de auto's voorbij, de luchtverontreiniging is onaangenaam voor mensen die een schone omgeving gewend zijn (vroeger waren het de grachten, waardoor Amsterdam stonk, nu zijn het de uitlaatgassen). Menige Amsterdamse tuin is stiller en de lucht erin frisser.

Een voordeel van de plek is wel de toegankelijkheid. Maar de vraag is of je daarmee de juiste bezoekers trekt. Nieuwsgierigen kunnen zo de overhand krijgen, met als gevolg dezelfde problemen die onwetende selfiërs nu al veroorzaken op herdenkingsplaatsen. De vele spiegels zien er wat dat betreft uitnodigend uit.

Ook jammer is dat gekozen is voor saaie, goedkoop uitziende, rode baksteen, in plaats van het statige en plechtige zwart waarmee het oorspronkelijke ontwerp respect afdwong. De gelijkenis met de barakken van Auschwitz I had beter vermeden kunnen worden. De lelijke bestrating en de onaantrekkelijke Flintstones-zitjes complementeren de teleurstellende uitstraling. Er is haast sprake van een poging tot lichtvoetigheid.

Er zou allerlei symboliek in het monument zitten, maar het gaat niet om symboliek, het gaat om visualiteit. Het gebrek aan tot bedachtzaamheid aanzettende schoonheid in het ontwerp is pijnlijk.

Bij de financiering is de misser begaan om de mogelijkheid te bieden een naam op de wand te adopteren. Dat klinkt speciaal: een band tussen jou en een slachtoffer. Maar dat idee wordt meteen onderuit gehaald doordat iedereen alle namen kan adopteren, ook als ze al geadopteerd zijn door een ander. Het hele aspect van exclusiviteit, dat toch deel uitmaakt van adoptie, wordt daarmee tenietgedaan. Dan zit je met een document thuis dat zegt dat jij een naam geadopteerd hebt, maar een ander krijgt precies hetzelfde stuk papier met dezelfde naam erop.

Een andere reden dat adoptie onaantrekkelijk is voor particulieren, is dat je moeilijk één naam wel kunt adopteren en de rest van het vermoorde gezin niet. Gevolg is dat je al gauw 200 euro moet neertellen, wat voor verreweg de meeste mensen te veel is voor een donatie.

Maar ja, ik ga er verder niet over, hopelijk kunnen de nabestaanden met het monument uit de voeten.

9 mei 2017

Worstelen met de nikab


Een moslima trekt in een geschil met een gemeente aan het kortste eind. Haar bijstandsuitkering wordt gekort omdat ze gezichtsbedekkende kleding draagt en de Centrale Raad van Beroep vindt deze uitkeringsverlaging terecht.

Tot zover lijkt er niets uitzonderlijks aan de hand. Maar dan de motivering: daarin komen een paar wenkbrauwenfronsende overwegingen voor.

Godsdienstvrijheid


De rechters poneren de stelling dat alles valt onder de vrijheid van godsdienst, wanneer jij dat als burger zo ervaart. Dat is natuurlijk niet zo. Ik kan wel een lijstje met handelingen bedenken van te hard rijden tot naaktlopen, die niet tot mijn godsdienstvrijheid behoren, ook niet als ik bij hoog en bij laag blijf volhouden dat ze godsdienstgerelateerd zijn.

Het dragen van een nikab valt volgens de CRvB onder de vrijheid van godsdienst, omdat mevrouw zich, bij haar beslissing die te dragen, heeft later inspireren door de islam. Ja dat kan wel zijn, maar de islam schrijft aan moslima's niet het verplicht dragen van welke kleding dan ook voor. Het is een privéopvatting van mevrouw, die al dan niet gerespecteerd kan worden, maar niet onder de godsdienstvrijheid valt. Er is eerder sprake van traditionele klederdracht. De bewering dat de gemeente inbreuk gemaakt heeft op haar godsdienstvrijheid, is dus niet houdbaar. Trouwens, in verscheidene Europese landen is de nikab verboden.

 

Verwijtbaarheid


Vervolgens vindt de Raad dat deze aantasting van de godsdienstvrijheid wel toegestaan is: mevrouw moet namelijk aan de kost zien te komen, en met een bedekt gezicht gaat dat niet lukken.

Er zitten duizenden mensen in de bijstand met eigenschappen waardoor ze niet gauw een baan zullen krijgen, zonder dat ze om die reden door hun gemeente gekort worden. Je hoeft enkel niet gemotiveerd te zijn om in de kassen te werken, en je wordt daar verder niet over lastiggevallen. 

Anderzijds is er heel wat werk te doen door mensen waarbij hun gezicht er niet toe doet. Zo heb ik eens een online opdracht gegeven aan een ZZP'er zonder het gezicht van de dienstverlener ooit gezien te hebben. Heeft u een idee hoe uw webshopverkoper eruit ziet? De betreffende moslima hoeft niet per se in een supermarkt achter de kassa te zitten, waar klanten haar nikab storend zouden kunnen vinden. Er zijn tal van baanmogelijkheden waarbij je gezicht geen rol speelt. Mevrouw zou de ruimte moeten krijgen om aan te tonen dat ze op dat punt inspanningen verricht om haar baankansen te vergroten.

Een andere reden van verminderde baanmogelijkheden kan gelegen zijn in de vooroordelen van werkgevers, misschien zelfs hun hekel aan de islam (ook een hoofddoekje verkleint de kans op werk, maar daar lijkt de Raad niet mee te zitten). Iedereen mag denken wat hij wil, maar een grond voor het korten van een uitkering levert dat natuurlijk niet op. Het feit dat er weinig islamitische ondernemers zijn in Nederland, is niet de schuld van de bijstandsgerechtigde.

Concluderend


Vrijheid van godsdienst en het etaleren daarvan zijn twee verschillende dingen. Godsdienstvrijheid vrijwaart mensen van vervolging. Het betekent niet dat men geen rekening meer met anderen hoeft te houden.

Het zwakke punt van het vonnis zit hem in het woord 'geïnspireerd'. Dat is een persoonlijke kwestie die niet leidt tot een religieuze verplichting.

Het feit dat onze samenleving niet voldoende ingericht is op moslima's (zo men dat al zou wensen) mag niet als argument tegen hen gebruikt worden om ze financieel te schaden.

6 mei 2017

Rassenwaan



Sommige dingen in het leven zijn interessant, sommige minder, en weer andere totaal niet. Tot de laatste categorie behoort voor mij: ras. Het kan me – excusez le mot – geen reet schelen van wat voor ras iemand is. Het ontgaat mij hoe dat relevant zou kunnen zijn. Wellicht voor medici: misschien dat ras van belang is voor een bepaalde behandeling van een specifieke aandoening, ik heb geen idee.

Maar mij boeit het niet. Ik verzet me wel tegen het gezéur over ras. Blank zijn ervaar ik als een toevallige omstandigheid, waar ik verder niets mee heb. Als activisten in de media mij vervolgens eigenschappen toedichten op grond van mijn ras, stuit me dat tegen de borst. In wezen is elk geleuter over ras een vorm van racisme: relevantie veinzen die er in werkelijkheid niet is. Nazi's deden aan schedelmetingen, een niet-gewelddadige maar wel uiterst beledigende handeling: ik ben mijn schedel niet.

Onverdraagzame politiek correcten doen er nog een schepje bovenop: zelfs het woord blank wordt in de ban gedaan, ook daarin hebben ze onzuiverheden ontdekt. Het grappige effect daarvan is dat ik deze blanken niet meer als behorend-tot-mijn-groep ervaar. Ze scheppen met hun zonderlinge taalpurisme zo'n grote afstand, dat ik mij niet meer met hen kan identificeren.

Hoezeer hun veronderstelling dat het woord blank op racisme duidt, grond mist, blijkt al wel uit mijn ervaring dat ik als blanke meer sympathie voel voor een zwarte man die niet politiek correct is, dan voor een blanke vrouw die dat wel is. Het beoordelen van mensen op hun mening lijkt mij toch echt superieur aan het hen in een hokje stoppen vanwege een genetische eigenschap of onschuldig taalgebruik.

Ik geloof wel dat sommige niet-blanken blanke mensen haten. De boosheid van zwarte activisten is vaak voelbaar. Het zou me enorm storen als ik de fout zou maken, hun agressieve houding als behorend bij hun ras te beschouwen. Ik ben me ervan bewust dat zo'n valkuil niet denkbeeldig is. Als je niet-racistische mensen maar genoeg provoceert, kun je racisten van hen maken. Zo gemakzuchtig en weinig principieel is de mens dan weer wel, als het erop aankomt.

Ik had lang geleden vaak contact met een zwarte Antilliaan. Hij was de vriendelijkheid zelve en ik hoorde met verbazing aan dat hij een rijtje Groningse plaatsnamen uit zijn hoofd kende, al had hij als kind nooit een voet op Nederlandse bodem gezet. Omdat hij en Donald Jones (iedereen was gek op die man) mijn enige referentiepunten waren, had ik een heel positief beeld van zwarte mensen. Ik vind het jammer en pijnlijk dat daar krassen op gekomen zijn door de activistische intolerantie van sommigen in het afgelopen decennium.

Misschien was het kinderlijk om een roze blik te koesteren. Mensen beoordelen op uiterlijke kenmerken is een doodlopende weg, en dat geldt zowel in positieve als in negatieve zin. Het racismedebat voedt mensen op om in termen van ras te gaan denken. Dat is wat er verkeerd aan is.

Ik blijf wel graag erkennen dat het zot is dat schoolkinderen op Curaçao zouden moeten leren waar Oude Pekela ligt.