De meest
spectaculaire ontwikkeling in de Nederlandse politiek in het afgelopen
decennium is het verdwijnen van de conservatieve geluiden uit VVD en CDA. De pragmatische
no-nonsense-generatie van weleer van de daadkrachtige premier Lubbers (CDA) en zijn vicepremier Van Aardenne (VVD) is gaandeweg vervangen door de
grotendeels onzichtbare en onkritische lichting die de Kamerfracties van beide
partijen op dit moment bevolkt.
Voor hen zijn
het niet langer de liberale beginselen (vrijheid) of die van de verschrompelende christendemocratie (broederschap) die
de leidraad vormen voor hun handelen, maar de mode van de dag zoals die bepaald
wordt door belangengroepen, ngo's, internationale organisaties zoals EU en VN,
planbureaus en media.
Hoeveel
VVD'ers en CDA'ers zagen vijf jaar geleden de energietransitie aankomen? Opeens zijn ze er allemaal
voorstander van. Van een nationaal debat is nauwelijks sprake geweest bij het
overnemen van deze internationale agenda, die wezensvreemd is voor ons voorheen
polderende land.
De positie
van Mark Rutte is ondertussen ijzersterk, er is geen uitdager in zicht. Klaas
Dijkhoff valt de laatste tijd vooral op door een gebrek een profileringsdrang,
nadat geen van zijn proefballonnetjes van de afgelopen jaren heel is gebleven
en hij geen kroonprins meer is. Voor wat rechtse tegendruk kan
hij niet zorgen.
De
fractieleider van de VVD weet dat er de komende kabinetsperiode waarschijnlijk
niet veel meer voor hem in het vat zit in de Kamer dan een rol op het tweede
plan. Een vicepremierschap behoort niet tot de mogelijkheden, dus mocht hij weer
minister worden, dan maakt hij geen deel uit van de top van het kabinet.
De linkse
koers van Mark – op bijna elk dossier behalve het sociaaleconomische – kent
geen interne oppositie van betekenis. En zijn strategie is bijna altijd
dezelfde: de premier houdt zich eerst op de vlakte om te zien welke kant de
meute op wil, en gaat dan enthousiast vooroplopen. Conflictmijding is zijn handelsmerk:
geen uitgesproken standpunt innemen zolang het stof nog niet neergedaald is.
De meeste
premiers zijn na tien jaar regeren wel opgebrand en stranden door hun eigen
overmoed of omdat de kiezers wel eens een ander gezicht willen zien. Rutte
lijkt, met geruststellende peilingen voor zijn partij en een hoge approval rating voor hem persoonlijk, moeiteloos
voor de vierde keer een kabinet te kunnen gaan leiden.
Ook al heeft
wishful thinking bij een enkele columnist nog de overhand, Nederland lust wel pap van zijn minister-president-zonder-visie.
Om gek van
te worden, voor Thierry Baudet. Zijn strategie om rechtse kiezers van VVD en CDA
over te hevelen naar zijn eigen partij en met het restant ervan te gaan
samenwerken, is tegen de verwachting van journalisten in als een kaartenhuis in elkaar gezakt: meer dan de helft
van de virtuele kiezers is alweer vertrokken.
De
koersverandering aan de top van die twee gevestigde partijen blijkt namelijk
heel goed te corresponderen met de wensen op lokaal niveau. Behoudende leden roeren zich
nauwelijks nog. De verlinksing van Oud Rechts blijkt meer bottom-up dan
top-down te zijn en ook de werkgevers zijn een stuk naar links opgeschoven.
Als gevolg
daarvan hebben zich binnen VVD en CDA geen conservatieve kandidaten gemeld om
de leiderspositie op te eisen en van een interne politieke richtingenstrijd is
geen sprake na het echec van de samenwerking met de PVV, die traumatisch geweest is voor het CDA.
PVV en Forum voor Democratie hebben vrijwel alle rechtse kiezers al binnen: hooguit een vijfde van het electoraat. De stunts die Baudet de afgelopen drie jaar heeft uitgehaald, hebben daar niets aan veranderd.
Inhoudelijk
is samenwerking van PVV, FvD, VVD en CDA moeilijk voorstelbaar, zo die
combinatie een meerderheid zou behalen. De Nieuwrechtse partijen zijn het op
bijna alle hoofddossiers oneens met de twee 'kartelpartijen'. En het doen van grote
concessies door de eerste twee is niet goed denkbaar zonder de nodige
electorale schade.
Nederland
heeft een harde rechtse kern die buitenspel staat en geen perspectief heeft op
deelname aan de macht. Rechts maakt een linkse aardverschuiving mee waardoor het weerloos meegesleurd wordt. Het kan niets ondernemen
tegen het weggespoeld worden van het Nederland zoals we dat kenden, want het
krijgt geen poot aan de grond op het Binnenhof.
Zoals VVD en
CDA met het verstand op nul kiezen voor een linkse koers, zo heeft Nieuw Rechts zichzelf
vastgeklonken aan een isolationistisch traject. Rechts heeft bij ons geen kans
op een meerderheid maar droomt daar nog wel van en op Twitter koestert
het ene vlaggetje of klassieke gebouwtje na het andere tractortje of uiltje illusies
over het veroveren van de macht.
De term 'zwijgende
meerderheid', die daarbij geregeld valt, is net zoals Black Lives Matter overgewaaid
uit Amerika. In beide gevallen slaat men de plank mis als men die slogans op
Nederland toepast en is er slechts sprake van Amerikaatje spelen.
In de VS kent
men wel een zwijgende meerderheid: de meeste Amerikanen steunen bijvoorbeeld het beleid van president
Trump als het om law & order gaat, maar bij ons bestaat zij niet. Om
maar wat te noemen:
- slechts 39% wilde dat Halsema aftrad
- 71% maakt zich zorgen over het klimaat
- twee derde van de kiezers ziet stikstof als een probleem
- een petitie voor Jan Pieterszoon Coen staat te verpieteren
- het rechtse geluid van Teeuwen trok nog geen 400.000 kijkers op de NPO
- de tegenstanders van Rutte zijn niet in staat om een mensenmassa op de been te brengen, die van Van Agt, Lubbers, Kok en Balkenende slaagden daar wel in
Rechts is politiek impotent in Nederland: het heeft geen invloed en het heeft niet doordacht hoe het die kan verkrijgen. De veelal constructieve ideeën van Nieuw Rechts (referendum, migratie, klimaat, EU, NPO) verdienen een betere strategie. Dat zou rationele en veranderingsgezinde conservatieve mensen aan moeten zetten tot een koerswijziging, maar dat zien we niet gebeuren.
Rechts heeft
zich afgesplitst en weg laten spelen in de West-Europese samenlevingen: modieus
links bepaalt de agenda, van klimaat en biodiversiteit tot racisme en migratie.
Rutte kan niets anders doen dan GroenLinks volgen, wil hij zijn machtspositie
behouden.
Conservatieven
hebben VVD en CDA verlaten, terwijl Ontevreden Rechts juist meer kans maakt om
veranderingen te bewerkstelligen door in die twee partijen actief te zijn dan door
– omwille van het clubgevoel – lid te worden van Forum voor Democratie. Daarin is
men, ondanks de massaliteit, geheel ongevaarlijk voor de
gevestigde orde.
Bovendien is
Forum voor Democratie in wezen een revolutionaire partij en is de Nederlandse
volksaard antirevolutionair, zoals de socialist Troelstra tot zijn afgrijzen moest ontdekken,
toen hij het 'vermolmde en verrotte' partijkartel van een eeuw geleden omver
wilde trekken.