De bedoeling van het partijbestuur was geweest om even af te reageren, na de desastreus verlopen verkiezingen. Ze hadden er een bouwkeet voor uitgezocht in een gemeente in Overijssel. Met een paar kratten bier, in een donker weiland, ver van de bewoonde wereld. Zuipen en schreeuwen: de teleurstelling moest eruit.
Een enkeling ging na een paar pilsjes even een luchtje scheppen. Daarbij ging het mis. Een boer in de SGP-gemeente was in het nachtelijk uur op onderzoek uit gegaan, gealarmeerd door het primitieve lawaai vanaf een nabijgelegen perceel. Hij had geen kwaad in de zin gehad, maar voor de zekerheid wel zijn jachtgeweer meegenomen. De man stuitte op een brakende ex-Kamerkandidaat, die zo schrok van het plotselinge verschijnen van iemand met een vuurwapen, dat hij geen moment aarzelde en de aanval opende. Een toegesnelde vrouwelijke collega mengde zich in het gevecht en er klonk een schot.
Justitie opende daags erna een onderzoek. Er was een lijk gevonden en men had aanvankelijk geen idee van de toedracht. Een kerklid leek zelfmoord gepleegd te hebben, maar het was gissen naar het motief. Informatie van de buurman die de zuipkeet had verhuurd, bracht een onderzoek op gang naar de politieke partij. Ik werd om onduidelijke redenen onderworpen aan een verhoor door de jachthonden van het OM. Belust als ze waren op het vervolgen van een verdachte, werden de wildste scenario's beschreven die tot een moord geleid zouden kunnen hebben. Ik weigerde daarin mee te gaan en adviseerde hen bewijzen te gaan verzamelen in plaats van zich te verliezen in een tunnelvisie die tot een ontsporing van het onderzoek zou kunnen leiden.
Desondanks werd de vrouwelijke medewerker gearresteerd. Haar zaak eindigde in een celstraf van vier jaar, die in hoger beroep met een derde werd ingekort. Ik bezocht haar in de strafinrichting waarin ze opgesloten was. Ze kon zich niet herinneren een wapen in handen gehad te hebben, laat staan daarmee op iemand geschoten te hebben. Het was donker geweest op het terrein en ons Kamerlid in spe had zich belaagd gevoeld. Samen met hem was ze een dreigend uitziende figuur te lijf gegaan. Na een knal waren ze beiden gevlucht. De bouwkeet werd hals over kop verlaten en met twee auto's was men teruggekeerd naar de Randstad.
Het vermoeden leek gerechtvaardigd dat er sprake was van een justitiële dwaling. Het zou namelijk net zo goed een ongeluk geweest kunnen zijn, waarbij de boer zichzelf met een schot hagel van het leven had beroofd toen er tegen hem aangeduwd was.
Zo dacht de Hoge Raad er ook over en de zaak werd terugverwezen naar het gerechtshof in Den Bosch. Tussen de advocaat-generaal en de raadsman van de gedetineerde ontspon zich een boeiende discussie over de gang van zaken in het weiland en de interpretatie die het OM gaf aan de vastgestelde feiten:
'U mag toch niet zomaar iemand verdenken van de gruwelijkste feiten?' stelde de advocaat.
'Wij geloven niet in de zelfmoordhypothese,' wierp de aanklager tegen.
'U kunt toch niet volstaan met ongeloof als u iemand voor jaren achter de tralies doet belanden?'
'Wij zijn van mening dat het aanvullend onderzoek voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat mevrouw willens en wetens het leven van deze gereformeerde gezinsvader ruw beëindigd heeft.'
'En wat zou daarvoor in hemelsnaam haar motief geweest kunnen zijn?'
'Het is heel wel mogelijk dat mensen in een opwelling handelen, dat hoeft niet van tevoren gepland geweest te zijn.'
'Waarom zou ze het dan gedaan hebben?'
'Wij kunnen niet in het hoofd van mevrouw kijken.'
'Vraag het haar, ze zit hier.'
'De onderzoeksfase is afgesloten, het OM heeft haar conclusies getrokken: wij achten een gevangenisstraf op zijn plaats.'
Wat volgde op de slotdag van het proces was een briljant betoog van de verdediging waarin de bewijsvoering van het OM volledig onderuit werd gehaald. De schermutselingen hadden in het donker plaatsgevonden. Er waren geen getuigen geweest, noch waren er opnamen van gemaakt. Over motieven van betrokkenen konden de rechters slechts gissen, meende de advocaat. Het hof volgde hem in deze redenering en er volgde vrijspraak. Van de voormalige verdachte viel een last af, ik omhelsde haar. We dronken koffie in een hip barretje op de hoek van de straat, en vierden het einde van deze nachtmerrie.
-----------------------------------------------------------------------------------------------
Vrij naar een droom die volgde op de verkiezingsavond.