30 juni 2020

De situatie op rechts



De meest spectaculaire ontwikkeling in de Nederlandse politiek in het afgelopen decennium is het verdwijnen van de conservatieve geluiden uit VVD en CDA. De pragmatische no-nonsense-generatie van weleer van de daadkrachtige premier Lubbers (CDA) en zijn vicepremier Van Aardenne (VVD) is gaandeweg vervangen door de grotendeels onzichtbare en onkritische lichting die de Kamerfracties van beide partijen op dit moment bevolkt.

Voor hen zijn het niet langer de liberale beginselen (vrijheid) of die van de verschrompelende christendemocratie (broederschap) die de leidraad vormen voor hun handelen, maar de mode van de dag zoals die bepaald wordt door belangengroepen, ngo's, internationale organisaties zoals EU en VN, planbureaus en media.

Hoeveel VVD'ers en CDA'ers zagen vijf jaar geleden de energietransitie aankomen? Opeens zijn ze er allemaal voorstander van. Van een nationaal debat is nauwelijks sprake geweest bij het overnemen van deze internationale agenda, die wezensvreemd is voor ons voorheen polderende land.


De positie van Mark Rutte is ondertussen ijzersterk, er is geen uitdager in zicht. Klaas Dijkhoff valt de laatste tijd vooral op door een gebrek een profileringsdrang, nadat geen van zijn proefballonnetjes van de afgelopen jaren heel is gebleven en hij geen kroonprins meer is. Voor wat rechtse tegendruk kan hij niet zorgen.

De fractieleider van de VVD weet dat er de komende kabinetsperiode waarschijnlijk niet veel meer voor hem in het vat zit in de Kamer dan een rol op het tweede plan. Een vicepremierschap behoort niet tot de mogelijkheden, dus mocht hij weer minister worden, dan maakt hij geen deel uit van de top van het kabinet.

De linkse koers van Mark – op bijna elk dossier behalve het sociaaleconomische – kent geen interne oppositie van betekenis. En zijn strategie is bijna altijd dezelfde: de premier houdt zich eerst op de vlakte om te zien welke kant de meute op wil, en gaat dan enthousiast vooroplopen. Conflictmijding is zijn handelsmerk: geen uitgesproken standpunt innemen zolang het stof nog niet neergedaald is.

De meeste premiers zijn na tien jaar regeren wel opgebrand en stranden door hun eigen overmoed of omdat de kiezers wel eens een ander gezicht willen zien. Rutte lijkt, met geruststellende peilingen voor zijn partij en een hoge approval rating voor hem persoonlijk, moeiteloos voor de vierde keer een kabinet te kunnen gaan leiden.

Ook al heeft wishful thinking bij een enkele columnist nog de overhand, Nederland lust wel pap van zijn minister-president-zonder-visie.




Om gek van te worden, voor Thierry Baudet. Zijn strategie om rechtse kiezers van VVD en CDA over te hevelen naar zijn eigen partij en met het restant ervan te gaan samenwerken, is tegen de verwachting van journalisten in als een kaartenhuis in elkaar gezakt: meer dan de helft van de virtuele kiezers is alweer vertrokken.

De koersverandering aan de top van die twee gevestigde partijen blijkt namelijk heel goed te corresponderen met de wensen op lokaal niveau. Behoudende leden roeren zich nauwelijks nog. De verlinksing van Oud Rechts blijkt meer bottom-up dan top-down te zijn en ook de werkgevers zijn een stuk naar links opgeschoven.

Als gevolg daarvan hebben zich binnen VVD en CDA geen conservatieve kandidaten gemeld om de leiderspositie op te eisen en van een interne politieke richtingenstrijd is geen sprake na het echec van de samenwerking met de PVV, die traumatisch geweest is voor het CDA.

PVV en Forum voor Democratie hebben vrijwel alle rechtse kiezers al binnen: hooguit een vijfde van het electoraat. De stunts die Baudet de afgelopen drie jaar heeft uitgehaald, hebben daar niets aan veranderd.

Inhoudelijk is samenwerking van PVV, FvD, VVD en CDA moeilijk voorstelbaar, zo die combinatie een meerderheid zou behalen. De Nieuwrechtse partijen zijn het op bijna alle hoofddossiers oneens met de twee 'kartelpartijen'. En het doen van grote concessies door de eerste twee is niet goed denkbaar zonder de nodige electorale schade.



Nederland heeft een harde rechtse kern die buitenspel staat en geen perspectief heeft op deelname aan de macht. Rechts maakt een linkse aardverschuiving mee waardoor het weerloos meegesleurd wordt. Het kan niets ondernemen tegen het weggespoeld worden van het Nederland zoals we dat kenden, want het krijgt geen poot aan de grond op het Binnenhof.

Zoals VVD en CDA met het verstand op nul kiezen voor een linkse koers, zo heeft Nieuw Rechts zichzelf vastgeklonken aan een isolationistisch traject. Rechts heeft bij ons geen kans op een meerderheid maar droomt daar nog wel van en op Twitter koestert het ene vlaggetje of klassieke gebouwtje na het andere tractortje of uiltje illusies over het veroveren van de macht.

De term 'zwijgende meerderheid', die daarbij geregeld valt, is net zoals Black Lives Matter overgewaaid uit Amerika. In beide gevallen slaat men de plank mis als men die slogans op Nederland toepast en is er slechts sprake van Amerikaatje spelen.


In de VS kent men wel een zwijgende meerderheid: de meeste Amerikanen steunen bijvoorbeeld het beleid van president Trump als het om law & order gaat, maar bij ons bestaat zij niet. Om maar wat te noemen:

  • slechts 39% wilde dat Halsema aftrad
  • 71% maakt zich zorgen over het klimaat 
  • twee derde van de kiezers ziet stikstof als een probleem
  • een petitie voor Jan Pieterszoon Coen staat te verpieteren
  • het rechtse geluid van Teeuwen trok nog geen 400.000 kijkers op de NPO
  • de tegenstanders van Rutte zijn niet in staat om een mensenmassa op de been te brengen, die van Van Agt, Lubbers, Kok en Balkenende slaagden daar wel in

Rechts is politiek impotent in Nederland: het heeft geen invloed en het heeft niet doordacht hoe het die kan verkrijgen. De veelal constructieve ideeën van Nieuw Rechts (referendum, migratie, klimaat, EU, NPO) verdienen een betere strategie. Dat zou rationele en veranderingsgezinde conservatieve mensen aan moeten zetten tot een koerswijziging, maar dat zien we niet gebeuren.




Rechts heeft zich afgesplitst en weg laten spelen in de West-Europese samenlevingen: modieus links bepaalt de agenda, van klimaat en biodiversiteit tot racisme en migratie. Rutte kan niets anders doen dan GroenLinks volgen, wil hij zijn machtspositie behouden.

De VVD, ooit opgericht door conservatieve liberalen, doet op bijna elk terrein het tegendeel van wat haar tien jaar geleden nog voor ogen stond. En het cordon sanitaire doet de rest: een machtig politiek wapen waarop nog geen antwoord is gevonden.

Conservatieven hebben VVD en CDA verlaten, terwijl Ontevreden Rechts juist meer kans maakt om veranderingen te bewerkstelligen door in die twee partijen actief te zijn dan door – omwille van het clubgevoel – lid te worden van Forum voor Democratie. Daarin is men, ondanks de massaliteit, geheel ongevaarlijk voor de gevestigde orde.

Bovendien is Forum voor Democratie in wezen een revolutionaire partij en is de Nederlandse volksaard antirevolutionair, zoals de socialist Troelstra tot zijn afgrijzen moest ontdekken, toen hij het 'vermolmde en verrotte' partijkartel van een eeuw geleden omver wilde trekken.